Productie

In maart 1981 rolden de eerste DeLorean's van de band. De eerste serie was beslist geen succes: de eerste 70 tot 80 auto's waren niet te gebruiken. Dit waren de oefenauto's.

Na deze 'aanloopperikelen' verliep het zeker niet slecht in vergelijking met andere automobielfabrieken. Om het gewenste kwaliteitsniveau te kunnen halen werden in de US 2 correctiewerkplaatsen gebouwd.
Eind mei konden de eerste DeLorean's naar de US worden getransporteerd.
Dat het niet slecht ging met de DeLorean blijkt wel uit het feit dat 1981 al met een winst van $6,5 Miljoen werd afgesloten! (waarvan $25 Miljoen in de laatste 6 maanden) Bovendien was er op dat moment een wachtlijst voor 1982 van $45 miljoen

Een deel van de productie van de DeLorean's zijn per luchtvracht verstuurd naar de US. Dit is wel een heel aparte foto!



Jaguar had er 17 jaar over gedaan om net zoveel auto's te verkopen als de DeLorean in de laaste 6 maanden van 1981 en verkochten ze het eerste jaar al meer dan Mercedes na 5 jaar.
Kortom het ging zeer goed met de nieuwe fabrikant: John DeLorean's droom kwam uit!
In nog geen 30 maanden hadden ze een stuk weiland omgetoverd in een autofabriek waar zo'n 3.000 mensen werk hadden.
Het DeLorean team besloot de productie op te voeren tot het aantal van 14.700 auto's per jaar. Dit aantal was eigenlijk nog ver beneden het aantal dat reeds was besteld aan het eind van 1981. Ze hadden het aantal gerelateerd aan 1/3 deel van het productie-aantal van de de Chevrolet Corvette (45.000 stuks), daar was de gehele organisatie op gericht.

Op het moment dat de productie werd verhoogd hadden de marketingmensen reeds 26.000 'betrouwbare orders van dealers binnen (gebaseerd op de 14.700 auto's was dit dus 18 maanden productie!).

Alles liep net aan goed!
Wat John DeLorean zelf aangeeft is dat hij nooit aan de productie had moeten beginnen. Hij had - zoals hij dat later zelf aangaf - de fabriek moeten sluiten toen duidelijk werd dat de nieuwe Conservatieve regering in Engeland niet van plan was het contract na te komen dat met de vorige Labour regering was afgesloten!
Volgens John DeLorean is het gehele project niet mislukt, maar juist zeer geslaagd: op het moment dat het faillissement onontkoombaar was geworden, was de productie voor de eerste 2 jaar reeds verkocht! Het probleem was het werkkapitaal; de DeLorean Motor Company heeft nooit voldoende werkkapitaal gehad, maar doordat alles volgens plan bleef verlopen, ging alles net goed.

Wat ging er dan mis?
De DeLorean werd de grootste concurrent van de Corvette van GM: John zag de Corvette-kopers als belangrijkste doelgroep voor de DeLorean. Op basis van de koersverhouding zouden beide wagens ongeveer $18.000 gaan kosten.
Doordat echter de koers van het engelse pond ca. 40% steeg, steeg de verkoopprijs van de DeLorean van de ene dag op de andere naar $25.000.
Verder wilde John de Cadillac dealers (van GM) gaan gebruiken als verkoopkanaal van de DMC, dat was niet ongebruikelijk en leek ook te gaan slagen, echter..... Er was echter door de regionale verkoopafdeling van GM duidelijk gemaakt dat een dealer op problemen kon rekenen wanneer deze de DeLorean zou verkopen.
John heeft nooit kunnen bewijzen dat de Britse regering en General Motors onder ëën hoedje speelden om de DMC weg te krijgen, maar de felheid waarmee de regering openbaarheid heeft proberen te voorkomen, met een beroep op het 'intersoevereine' karakter.
Financieel was DMC deels afhankelijk van een lening die 'exportgarantiefinanciering' (ECGD) werd genoemd. De fabriek kreeg voor elk product dat af is en verkoopbaar met als onderpand het product, een lening. Hierdoor liep de Britse overheid vrijwel geen risico. Maar: de Britse overheid kwam zijn contractuele verplichtingen niet na: ze bleven zeggen dat het geld zou komen, maar kregen niets.
Achteraf bekeken zouden ze de productie niet opgevoerd moeten hebben, maar teruggebracht en langzaam het werkkapitaal op te bouwen. Dit zou echter weer strijdig zijn met de afspraken over het aantal arbeidsplaatsen, kortom ze konden geen kant op.
Door zeer behendig te manoeuvreren: inkoop van onderdelen op een betalingstermijn van 60-180 dagen, de auto snel te bouwen en naar de VS te verschepen en zo weer geld binnen te krijgen, zou het nog even uit kunnen. Maar de kleinste onderbreking zou dit evenwicht verstoren. Dat gebeurde ook. Een scheepsstaking sneed de aanvoer van belangrijke onderdelen af, en de Amerikaanse automarkt zakte volkomen in elkaar, waardoor de dealers de voorfinanciering niet konden betalen.
Ondanks dat de Britse overheid haar contractuele verplichtingen niet nakwam (ECGD), vroeg de Britse regering surseance van betaling aan.
 
 
Bron: De biografie van DeLorean (opkomst en ondergang van een self-made man in de Amerikaanse autoindustrie) geïllustreerde paperback. (ISBN 90 6135 471X)